Op zaterdag 20 januari opent tussen 14-17 uur de tentoonstelling ‘ruimtelijke perspectieven’, een duotentoonstelling van Toon Berghahn (1970) en Niko de Wit (1948).
Hoewel beiden zich van verschillende technieken bedienen, Berghahn als schilder, De Wit als beeldhouwer, spelen ze alle twee met architectonische structuren en perspectieven.
Berghahn schildert voor hem betekenisvolle architectonische volumes en plekken, die tegelijkertijd iets zeggen over de menselijke conditie. Na museumzalen en ateliers richt hij zich momenteel op modernistische architectuur. De vaak kleurrijke villa’s en paviljoens ogen zowel vertrouwd als verontrustend. Badend in een haast surrealistisch licht dan wel terloops beschenen door een lantaarn suggereren ze een beklemmende leegte, waarin menselijke aanwezigheid slechts indirect wordt aangeduid.
Voor Niko de Wit is architectuur al van meet af aan een bron van inspiratie. Mastaba’s, stoepa’s, torens, vestingwerken of de fundamentele vorm van een huis transformeren in zijn handen tot geraffineerde beelden in brons of staal, die zich niet in één oogopslag laten doorgronden. Met het zoeken naar de grens van het mogelijke tart De Wit niet alleen de wetten der zwaartekracht, maar daagt hij de kijker ook uit mee te gaan in de geboden wisselende perspectieven.
Door hun vakmanschap, vernuft en artisticiteit biedt het werk van zowel Berghahn als De Wit een even magische als overrompelende schoonheidservaring.
De tentoonstelling is t/m 25 februari te zien. Op 10 en 11 februari is de galerie wegens carnaval gesloten.