Meer informatie
Als virtuoze ‘schilder-schilder’ ‘beeldhouwt’ Wiel Wiersma (1964) met olieverf licht en ruimte op het platte vlak. Hij laat zijn verstilde interieurs zelfs baden in het licht, dat via een venster of openslaande deur naar binnen stroomt. Het zijn verlaten vertrekken, waarin slechts een stoel, een opengeslagen bed of een bureau getuigen van menselijke aanwezigheid. Wat zich in die ruimtes heeft afgespeeld wordt slechts gesuggereerd. In gedempte kleuren en pasteuze verflagen maakt de schilder de vergankelijkheid zichtbaar, tastbaar haast. Waar het licht de vormen omspeelt en wordt weerkaatst, werpt het tegelijkertijd schaduwen en creëert zo duistere plekken die de verbeelding prikkelen.
Als kijker word je, of je nu wilt of niet, naar binnen gezogen, de ruimte in, maar ook in het verhaal, waarin melancholie en onbestemd verlangen om de voorrang strijden. Toch wordt Wiersma’s werk nergens anekdotisch, zijn abstraherende werkwijze, zijn omgang met de materie en zijn universele thematiek verhoeden dat.