Meer informatie
De fabelachtige schildertechniek van Fred Schley (1957) staat geheel ten dienste van zijn artistieke queeste. Die laat zich niet in één woord vatten. Schley is, soms in een minutieus-realistisch idioom, maar de laatste jaren in steeds lossere, expressionistische toets, op zoek naar de ‘essentie der dingen’. Dat kan zijn uitdrukking vinden in een portret, een landschap of, zoals recent, in bescheiden ogende stillevens. Via die expressionistische schilderwijze kan hij uiting geven aan hoe hij de wereld om zich heen ervaart. Zijn inspiratiebronnen vindt hij in zijn geliefde ruige Schotse – of soms ook Hollandse – landschappen, of in zijn directe omgeving: een door de jaren heen door een haakje weggesleten muur, een kronkelende tuinslang, een straatgoot, de buigende boomtakken in een lantaarnverlichte straat. Daarbij plaatst Schley zich in een brede schilderkunstige traditie die zich uitstrekt van kunstenaars als Sargent of Constable, tot reuzen als Velazquez en Rembrandt. Een echte schilder-schilder dus. Maar vóór alles zijn Schleys schilderijen, met hun magische licht, van een even troostrijke als betoverende
schoonheid.
Zijn werk bevindt zich in tal van museale, bedrijfs- en particuliere collecties.